Laptop
Onze laptop wil niet meer opladen.
Het kan dus zijn dat de blogjes niet meer volgen. Dus moeders: dan liggen we niet ergens in een sloot... :)
We gaan op zoek naar een nieuwe oplader.... Maar ja, of we die gaan vinden is maar de vraag.
De Ipad biedt helaas geen oplossing, want deze site gebruikt flash (en de Ipad niet).
Morgen gaan we in elk geval naar Fraser Island.
Overmorgen willen we naar Beerwah rijden, daar is de dierentuin van Steve Irwin (the crocodile hunter).
Daarna volgt Brisbane. Waarschijnlijk zal daar wel een computerzaak zijn die ons kan helpen.
23 september: Cania Gorge Tourist Retreat-Bundaberg
Het heeft vannacht geregend. Dat was voor het eerst deze vakantie. Maar zolang het 's nachts blijft zul je ons niet horen.
We gingen alweer op tijd op pad vanochtend. Enerzijds omdat we vandaag graag wilden aankomen in Bundaberg en anderszijds omdat we er vriendelijk aan herinnerd werden dat we toch echt om 10 uur opgekrast moesten zijn van de camping. Oke, dan. Geen probleem.
Bundaberg was ietsje verder weg dan we dachten (zo'n 75 kilometer extra slingerweg zonder de mogelijkheid lekker vaart te maken) want we hadden bij onze routeplanning maken over het hoofd gezien dat we bedacht hadden een gravelweg te nemen. En dat is niet handig, want dat vindt de eigenaar van onze camper niet zo goed.
Bij het opnieuw vaststellen van de te volgen route kwamen we twee keer Cynthia op de kaart tegen. Een keer als State Forrest. Maar met alleen een 4wd-track erheen en een keer Cynthia als locatie. Het bleek een boerderij te zijn, een station zoals ze hier zeggen. Maar vroeger is het meer geweest, want tot medio jaren '50 was er ook een school. Nou, dat weten we dan ook weer.
Wel jammer was dat we dit zagen nadat we de Cynthia Range Road opgereden waren en Geert zag dat er een dam was op 10 kilometer afstand, via een gravelweg wel te verstaan. Geert dacht toen nog dat je dan naar Cynthia reed en was er niet vanaf te brengen om toch de gravelweg op te rijden. Ik heb overwogen uit te stappen, want op een gravelweg lijkt het of de camper werkelijk uit elkaar rammelt, en dat is vreselijk. Maar goed, er was geen beschutting en veel zon, dus weinig keus. Het compromis werd dat de terugweg niet over de gravelweg zou gaan, maar via de bitumenweg (en die is dan wel 27 km langer, maar rijdt wel fijner).
Het is een wat desolaat gebied. Weinig mensen, weinig vee, weinig groen en veel plaatsen waar brand geweest was. Zowel recent als langere tijd geleden. De stuwdam was mooi, de dam een waar kunstwerkje voor degene die hem bedacht. Maar het was het mij allemaal niets waard. Ik wilde graag terug naar de bewoonde wereld, en de normale asfaltweg die ons naar Bundaberg moest brengen. Eenmaal daar aangekomen zagen we dus dat Cynthia Station maar 100 meter verderop lag.
We maken nog maar even een fotostop, en rijden dan weer verder.
We stoppen in Mount Perry om te tanken en te lunchen. Tanken kwam niet goed, want het lokale benzinestation verkocht alleen benzine en onze camper heeft toch echt liever diesel in de tank.
In Gin Gin ging het beter, maar dat is ook een veel grotere plaats. Hiervandaan is het nog 50 kilometer naar Bundaberg, en we zien weer suikerrietvelden, bananenplantages en meer vee. Dit gebied is duidelijk minder droog.
We rijden rond half 4 Bundaberg binnen, vinden snel een camping aan de rand van de stad, met een winkelcentrum er naast. Handig, want onze koelkast is vrij leeg.
Vanavond nog een wasje draaien, en dan maar een ijsje bij de Mac halen.
Bundaberg heeft alvast een groot voordeel: er kruipt of vliegt hier niets wat bijt en waarvan je dan weer jeuk krijgt. Dat was de laatste dagen wel anders. Of zou het komen omdat we eindelijk anti-muggenmelk hebben gekocht? Nou ja, als de muggen etc wegblijven alleen door de aankoop, dan laten we het flesje graag dicht. Zo fijn ruikt het spul nu ook weer niet...
Morgenochtend op tijd naar de rumfabriek (en nee, dat wordt dus NIET proeven), daarna richting Hervey Bay of Rainbow Beach. Welke van de twee het wordt weten we nog niet, in elk geval kun je vanaf beide plekken naar Fraser Island, of op Walviscruise. We zien wel welk advies we bij het toeristenburo krijgen...
22 september: Saint Lawrence-Cania Gorge Tourist Retreat
Het voordeel van vroeg gaan slapen, is dat je ook weer vroeg wakker bent. Ik ging al om kwart voor 7 douchen en Geert heeft in die tijd een start gemaakt met het opruimen van de bedden. Nu is een douche van 3 minuten warm water zo voorbij, dus nadat ook Geert gedoucht was hebben we samen de rest opgeruimd en op het gemakkie ontbeten.
We gaan vandaag in elk geval richting Rockhampton. Dat is ongeveer 180 kilometer verder naar het zuiden. In Rockhampton is op zich niet veel te beleven voor ons. Het is een middelgrote stad die door de inwoners liefkozend Rocky wordt genoemd. We willen graag een foto maken van The Big Bull (na bij Bowen The Big Mango op de gevoelige plaat te hebben gezet) en even een kijkje nemen bij het moment wat staat op het punt van de steenbokskeerkring. Dit punt markeert het begin van de tropen, net zoiets als in Nederland het drielandenpunt stellen we ons zo ongeveer voor. In werkelijkheid is het enorme zonnewijzer, maar we hebben het vanaf de weg niet zien staan en waren er eerst dus straal voorbij gereden.
Er is ook weer een informatiecentrum, en we hebben de mensen daar voorgelegd welke route meer afwisseling zou geven. De route langs de kust over de Bruce Highway naar Town of 1770 en Agnes Water, of de weg via Highway nummer 3: The Country Way.
Men geeft het advies voor het laatste. Langs de kust vind je meer van dat wat je al gezien hebt, terwijl de andere route over Mount Morgan. Een prachtige weg de bergen in, maar wel met grote hoogteverschillen en kronkels. In dit gebied was ooit de grootste goudmijn van de wereld. Maar dat is verleden tijd.
Na Dululu rijden we zuidwaarts naar Biloela en uiteindelijk Cania Gorge. Cania Gorge ligt 24 kilometer van Monto, en 12 kilometer van de hoofdweg. De mobiele telefoon doet het ook hier weer niet. Dat is dus fijn rustig.
We overnachten we op een camping aan de rand van het nationale park. De camping is van Nederlandse mensen, die op het moment ook in Nederland zijn. Jammer, ik had wel willen vragen hoe ze erbij gekomen zijn om op zo'n enorm geisoleerde plek een camping te gaan runnen. De plek is fantastisch hoor, dat bedoel ik niet. Maar hoe tref je zo'n plek? Wordt je daarvoor gevraagd? Of stond het gewoon te koop zoals Paronella Park? We gaan er vast niet achter komen...
Oh ja: doordat we vanochtend zo idioot vroeg zijn gaan rijden hebben we vandaag ruim 420 kilometer afgelegd. En geloof me, daar gaan we geen gewoonte van maken de komende tijd.
Het kamperen zonder stroom betekent dat de batterij van zowel het fototoestel als de videocamera vlot leeg waren, want niet opgeladen. Weinig beeld dus van vandaag overdag.
Morgen rijden we terug naar de kust, waarschijnlijk naar Bundaberg.
Bundaberg is bekend van schildpadden en de plaatselijke rumfabriek die ook Bundaberg heet. Dat wordt proeven!!
21 september: Airlie Beach-Saint Lawrence
We zijn vanochtend al redelijk op tijd van de camping in Airlie Beach vertrokken. Je moet dan dwars door het stadje, via de hoofdstraat. Precies: daar waar alle winkeltjes zijn gevestigd.
Er is een leuke houten promenade langs het strand aangelegd die bijna volledig overkapt is. En daar troffen we nu ook het bord waarop uitgelegd werd waarom er bijna nergens gezwommen werd. Er zijn dus het hele jaar door vervelende kwallen, maar in het bijzonder in de zomer. Weer wat geleerd.
Doel van vandaag was kilometers maken, en zo dicht mogelijk bij Rockhampton komen. We wilden wel in Sarina (net voorbij Mackay) naar een suikerfabriek, en daar zijn we ook geweest, maar we waren te laat. Om twee uur ging de laatste tour, en wij waren er al om half vier, dus we waren gelukkig ook niet een beetje te laat.
Daarna maar weer op pad, maar niet nadat we de dames van het lokale informatiecentrum gevraagd hebben of zij een overzichtje hadden van alle kampeerplaatsen tussen Sarina en Rockhampton. Buiten stond een grote bak met kokosnoten, rijpe wel te verstaan, die uit zichzelf uit de palm gevallen waren. Mee te nemen door de liefhebber. En ja hoor, er ging er eentje mee.
We kregen een foldertje mee met daarop alle gratis overnachtingsplekken. Er stond precies bij op hoeveel kilometer afstand van Sarina ze gelegen waren, dus het advies was om de kilometerteller eerst op nul te zetten voordat we van het infocentrum vertrokken. Rond half 7is het hier echt donker, dus zo'n foldertje is heel handig om te bepalen hoe ver je nog wilt rijden. In het donker rijden we niet, want we willen geen botsingen met skippy's. Een steen op de ruit is al erg genoeg.
We zijn gestopt bij Saint Lawrence. Daar mag je tot 7 dagen gratis op het lokale evenemententerrein staan. Je hebt er verder weinig, maar de wc's zijn schoon en de douches kosten maar een dollar voor 3 minuten.
Ooit was hier een grote vleesindustrie, met eigen abattoir en een haven. Maar dat is allemaal geweest. Er wonen op het moment ongeveer 200 mensen in het dorp.
We zijn in het donker, en dan is het hier echt donker zo zonder straatlantaarns, naar de hoofdstraat van het dorp gewandeld. Gelukkig hebben we een hoofdlampje.
De wandeling neemt ongeveer een kwartier. Je vindt hier een hotel/cafe een bibliotheek en een general store/benzinestation. Kortom: voor zo'n klein dorp erg ruim bedeeld.
We hebben gegeten aan de bar in het hotel. Het was BBQ-avond, en het was er gezellig. De bar ziet er niet uit, maar je hebt zo het meeste kans op ontmoetingen met de locals.
Na het eten zijn we weer rustig terug gewandeld. We kwamen onderweg een kikker of pad op de weg tegen, en de trein reed toevallig genoeg ook net langs. Die zie je al van verre aankomen en dat is maar goed ook, want er gaat alleen een rode lamp knipperen ter waarschuwing. Er zijn geen bellen of slagbomen.
Nu maar het bed opmaken en bij gebrek aan stroom gaan we ook maar op tijd slapen. Het is nu bijna 9 uur, en vrijwel alle caravans en campers zijn al donker, dus we zijn niet de enigen....
20 september: Whitsunday Island
Wauw! Wat was het vandaag een leuke dag!
We werden al rond 8 uur opgehaald voor de tour van Whitehaven Xpress (WX).
De crewleden stonden al op de steiger klaar om de gasten te verwelkomen. Er waren 42 gasten die dag, en de boot was daarmee zo goed als vol. Je kon echter op zoveel plekken zitten, dat het niet vol leek.
Eenmaal vertrokken werd koers gezet naar Moureen Bay. Na een korte uitleg kon je gaan snorkelen. Leuk om te zien dat snorkelen, maar wat ons betreft niet leuk om te doen. WX heeft echter ook een zodiac-achtig bootje met een glazen bodem. Daardoor had je prima zicht op het koraal van het Great Barrier Reef. Prachtig! Allerlei kleuren en vormen. Zo mooi...
Er zwom ook een kleine (ongevaarlijke) haai rond. Die hebben we niet van heel dichtbij gezien, want ze zijn wat schuw. Maar je zag hem goed genoeg. Er zijn ook zeeschildpadden en dolfijnen gespot. Maar helaas niet door ons, wij zaten dan net even aan de andere kant van het schip of zo.
Nadat alle snorkelaars ook weer aan boord waren, zette het schip koers naar Whitsunday Island. Van een afstand zag je het strand al goed.
We leggen aan bij Whitehaven Beach. Je waant je werkelijk op een bounty eiland. Witter dan witte strand en een azuurblauwe zee. Met het kleinere bootje werden we aan land gezet om te zonnen, zwemmen en... een Aussie BBQ. Whitsunday Island is een nationaal park, en er zijn dus wat voorzieningen. Zo is er ook een picknickplaats gemaakt net achter het strand. De crew had alles bij zich voor een heerlijke barbecue onder de schaduw van de bomen. We kregen gezelschap van een behoorlijk formaat varaan. En hoog in de bomen kwetterden de kakatoe's. Heb je het beeld voor je?
Vervolgens lekker afkoelen in de zee. Wat wil een mens nog meer? Het mag hier dan vroeg voorjaar zijn, maar het water is heerlijk op temperatuur.
Daarna weer een stukje varen. Naar Hill Inlet Lookout vanaf Torgue Bay, iets verderop op hetzelfde eiland. Vanaf het uitkijkpunt heb je weer een prachtig gezicht op de eilanden.
Kortom: het was een dag met een gouden randje...
19 september: Bowen-Airlie Beach
Had ik gisteren al geschreven dat in het plaatsje Bowen de film Australia met Nicolle Kidman is opgenomen? De film speelt in Darwin aan het begin van de tweede wereldoorlog, maar in werkelijkheid was het dus hier. Er is weinig meer wat er aan herinnert. Het enige is dat boven op een heuvel een tank staat waarop men Bowenwood heeft gekalkt. Anders dan in Gawler (McLeod's Daughters) of in Minyip (Flying Doctors) schenkt men er geen aandacht en kwamen wij er achter omdat ik bij toeval in een oud tijdschrift wat foto's van de filmopnamen van Australia tegen kwam.
We begonnen de dag met een bezoek aan de lokale ruithersteller. Die gaf aan dat ons koeieoog goed te herstellen is. Maar hij was het met ons eens dat daar geen haast mee hoefde te zijn. Als we voordat we in Sydney aankomen nog weer iets op de ruit krijgen, is het weggegooid geld geweest om deze pit te laten maken. Er zijn tussen hier en Brisbane veel wegwerkzaamheden zo is ons verteld, dus we laten het vooralsnog maar zo.
Rond het middaguur komen we al aan in Airlie Beach. Onderweg was het meer dan duidelijk dat we ons niet meer in het regenwoudgebied bevinden. Het landschap is hier vlak, de bergen zijn verder weg, maar we zien nog steeds veel suikerrietplantages. Soms zien we wat vee, maar ook steeds meer leeg land met bomen, doorspekt van kreken (die dan ook meestal leeg staan, maar langs de weg wordt trouw aangegeven waar ze zijn in het natte seizoen). De luchtvochtigheid verandert ook al wat. Hier is een meer drogere warmte, het voelt minder klam aan.
Airlie Beach is een iets grotere badplaats, met twee flinke havens. Er liggen prachtige zeilboten, maar ook hier wordt weinig gezwommen. Het is nog geen stingerseizoen, maar de gedachte alleen al dat je zo'n steekkwal tegenkomt helpt zeker niet. Of zou het komen omdat het hier nog pas het vroege voorjaar is? Voor ons is 27 graden veel, maar denkt men daar hier misschien anders over? Bij gelegenheid moesten we het maar eens vragen.
Net toen we Airlie Beach inreden kwamen we langs een grote kampeerwinkel. Tijd om de stoppen, want de nieuwe stoeltjes die we op dag 2 in Cairns meekregen bleken toch niet zo nieuw, en moesten dus vervangen worden. We hebben eerst keurig overlegd met Apollo, en ons budget was maar liefst 20 dollar per stoel. Dan koop je dus weer troep, maar we hoeven er nog maar zo'n 2 weken op te zitten. En daarna zoeken ze het maar uit.
In de winkel zwaaide een dame van middelbare leeftijd de scepter. Ze had alle tijd van de wereld voor ons, en liep af en toe even weg om een andere klant snel de deur uit te helpen. Ze vroeg uiteraard waar we vandaan kwamen, en ze kende Zaandam. Ze heeft familie in Hamburg wonen, en als ze daar heen gaan dan vliegen ze op Amsterdam, en rijden ze daar vandaan door. Het is immers MAAR 6 uur rijden. Tja, het is maar hoe je het bekijkt. We raakten aan de praat over van alles, en voor we het wisten waren we anderhalf uur verder. Ach, wat maakt het uit.
's Middags hebben we maar weer eens boodschappen gehaald, en wat winkeltjes bekeken.
Morgen gaan we naar de Whitsunday's. We worden al om 8 uur opgehaald bij de ingang van de camping, dus de camper heeft een dagje rust. We gaan nu maar op tijd slapen, want we moeten al om 7 uur op. Tjonge, tjonge, dat zijn we niet gewend. Aan de andere kant: als onze buurman in de caravan TWEE plaatsjes verder zo blijft snurken zijn we vast wel weer op tijd wakker.
18 september: Townsville-Bowen
In Townsville is weinig wat ons interesseert, dus dat we hier niet blijven staat vast. De keuze vandaag is of we gaan in de richting van Longreach, maar het binnenland of dat we aan de kust blijven. Richting Longreach ga je de outback in, en blijf je aan de kust? Nou ja, dan doe je dat dus niet.
Er is op zich veel moois te zien op de route naar Longbeach, maar het is ook minimaal 800 kilometer om, en ons kennende passen we onderweg de route toch wel weer aan omdat we iets leuks tegenkomen. Daarnaast is de weg naar Sydney nog lang, dus we besluiten het toch maar niet te doen. Jammer, maar je moet een reden houden ergens nog een keer terug te komen, toch?
In plaats daarvan blijven we dus op de kustweg. Bruce Highway heet hij, en anders dan de naam doet vermoeden is het toch een alleen maar een tweebaansweg. En nog eentje met een hoop wegwerkzaamheden ook. We stoppen na ruim een uur in Ayr bij de MacDonalds. Tijd voor een sanitaire stop en hoog tijd om wat te drinken. Kunnen we gelijk ook het blogje van gisteren online gooien.
Bij het wegrijden uit Ayr gaat het even mis. Een flinke sterin de voorruit... Ai, dat dekt onze verzekering niet. Ik vraag me af of het te repareren is, want ik zie scheurtjes en meestal scheurt de ruit dan alsnog als geprobeerd wordt het sterretje (onder druk) te vullen met hars. Ten minste, dat vertelt Aon aan haar klanten :(.
Voor de lunch stoppen we op een restarea. Ze zijn zo handig! Er is altijd een schoon toilet, en er zijn ook altijd picknicktafels. Op deze rustplaats mag ook een nachtje gekampeerd worden. Wij moeten er niet aan denken, maar er zijn zat mensen die het toch doen.
Eind van de middag zijn we in Bowen, precies: Bowen. Zou jonge heer Van der Steen naar deze plaats vernoemd zijn? Vast niet, maar ik zal het eens vragen. Bowen stelt op zich niet zoveel voor (niet de jongen, het stadje). Het is een plaatsje zoals zo velen, maar het is mooi geweest voor vandaag. We hebben een kampeerplaatsje gevonden op een camping aan zee. Hoe leuk is dat? Het waait hier aardig (maar het is nog altijd 27+ graden), en de zee laat zich heerlijk horen. Dat wordt vast lekker slapen straks.
Morgen rijden we maar een klein stukje, naar Airlie Beach. Dat is ongeveer 70 kilometer verderop als ik me niet vergis. Nadat we hier in Bowen even langs de Attack-a-Crack gaan (de lokale Carglass) om te horen hoe groot de kans is dat deze fijne ster gaat leiden tot een hele nieuwe ruit op onze kosten. Maar dat zullen we dan pas aan het eind van de vakantie laten doen natuurlijk. Stel je voor dat je nog een keer een pit rijdt...
Eenmaal in Airlie Beach zullen we een dagcruise boeken naar de Whitsunday eilanden voor overmorgen. Maar eens zien welke van de 74 eilanden aan te doen zijn. Ze zijn deels onbewoond en deels particulier bezit trouwens. In elk geval gaan we vast wel naar Whitsunday zelf, want daar is het bekende en spierwitte Whitehaven Beach, en elke cruise doet dit eiland wel aan. Het aanbod van cruises is echter enorm. Wil je met een catamaran, of liever met een gewone boot? Of juist met grote Zodiac? En wil je dan naar het Great Barrier Reef gaan kijken (snorkelend of vanaf een ponton), of wil je walvissen spotten? Het kan allemaal. Keuzes, keuzes, keuzes en dilemma's. Best zwaar hoor, zo'n vakantie.
Ik zal in elk geval de anti-reisziekte pillen maar te voorschijn halen. De laatste keer op het Alkmaardermeer was ik zo zeeziek...
17 september Paronella Park (Mena Creek)-Townsville
We begonnen vandaag waar we gisteren eindigden: in Paronella Park.
Bij daglicht is het hier minstens zo mooi. We gaan mee met de tour. De gids vertelt veel, en het wordt steeds duidelijker wat een visionair en vastberaden man José Paronella was. Hij was zijn tijd ver vooruit. Zo had hij bijvoorbeeld 18 jaar eerder dan zijn dorpsgenoten elektriciteit doordat hij een eigen waterkrachtcentrale bouwde. We spreken jaren '30 van de vorige eeuw. Alle gebouwen heeft hij zonder machines te gebruiken eigenhandig en zonder al te veel hulp van anderen gemaakt van beton. Het beton werd verstevigd met afgeschreven spoorrails, en emmertje voor emmertje op zijn plek gebracht. Als eerste maakte hij een grote trap. Het meeste cement werd vervolgens via die trap verder getransporteerd. Alle muren van de gebouwen zijn niet glad gestukadoord. Overal kun je vingers in zien. Misschien is het op de foto's ook wel te zien. José gebruikte zijn blote handen om zijn gebouwen vorm te geven. Het kasteel, de fontein, de badhokjes en ga maar zo door. Om zijn gasten de moeite te besparen over de heuvel te moeten gaan groef hij zelfs een tunnel van zo'n 100 meter door een heuvel heen. Kortom: we zijn flink onder de indruk geraakt hoe deze man zijn droom verwezenlijkte. Ook van de huidige eigenaren zijn we behoorlijk onder de indruk trouwens. Dit echtpaar kwam het park tegen tijdens een vakantie. Het was toen al 14 jaar verlaten, met alle bijbehorende zooi die dan ontstaan kan. In 1993 hebben ze het gekocht en ze hebben er een miljoenenbedrijf van weten te maken. En dit dan met als enige doel om het landgoed te behouden en zo mogelijk te restaureren of in elk geval te conserveren. Op het moment werken ze aan het herstel van het kasteel zelf, en dan in het bijzonder de balzaal. Als die klaar is willen ze er weer trouwfeesten gaan geven, net als José deed. Daarmee wordt dan ook weer geld gegenereerd voor nieuwe projecten die het landgoed in oude luister moeten herstellen. Toch heb je nergens het idee dat je de melkkoe bent waar alles om draait. Er wordt met zoveel eerbied omgegaan met het gedachtengoed van de José Paronella, petje af. Dit park is een aanrader, het is echt de moeite om er zelfs een heel eind voor om te rijden.
Na de middag zijn we weer gaan rijden, in de richting van Townsville. Wel met een stop in Mission Beach. Daar hebben we aan het strand een Hollandse lunch genuttigd: een broodje chocopasta. Maar het smaakte prima, zo met uitzicht op zee en een leeg strand. Het is erg rustig in het kustplaatsje.
We gingen er niet vanuit dat we het zouden redden om tot Townsville te komen, maar dat viel mee. We overnachten op een Big 4-camping net voor Townsville, en ook hier is weer geen kip te bekennen.
Nu maar eens bedenken wat we morgen gaan doen. De plannen zijn nog niet vastomlijndd. We kunnen langs de kust blijven, en in de richting van de Whitsunday eilanden gaan. Maar we kunnen ook een detour naar het westen maken. Dan rijden we via Charters Towers en Winton naar Longreach om vervolgens weer bij de kust uit te komen bij Rockhampton of Bundaburg. Dan komt er wel minimaal zo'n 800 kilometer bij onze reis, maar als deze omweg door de Outback de moeite waard is? We zullen het morgen zien...
** de nachtfoto's van Paronella Park volgen szm. Eerst een behoorlijke internetverbinding vinden... de foto's zijn ook te vinden op www.paronellapark.com.au/highres